dinsdag 23 september 2014

Centrale distributie radio- en TV-signalen lokale publieke omroepen

Op 22 september 2014 is door de vereniging van kabelbedrijven (NLkabel), de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) en telecombedrijf KPN een convenant ondertekend. Hiermee wordt de ambitie en intentie uitgesproken om de signalen van de omroepen centraal te verzamelen en aan te bieden aan de pakketaanbieders. Daarmee vergroten de omroepen hun bereik, krijgt de burger meer mogelijkheden om lokale content te consumeren en kunnen pakketaanbieders deze unieke content effectief en efficiënt in hun zenderaanbod opnemen.

De Mediawet breidt sinds kort de must carry-status van publieke lokale omroepen uit naar alle relevante pakketaanbieders. Via het centrale distributieplatform (de OLONMediahub) kunnen de omroepen hun signalen aan hen aanleveren. Bovendien vormt lokale content een uniek aanbod aan de consument in de wereldwijde toename van nieuws en informatie. Voor pakketaanbieders kan hoogwaardige lokale content dan ook een belangrijke verrijking zijn van hun radio- en TV-pakket.

Tegelijkertijd zetten de lokale publieke omroepen in op de vorming van circa 100 streekomroepen: samenwerkingsverbanden van lokale omroepen, die gezamenlijk zorgdragen voor één lokaal toereikend media-aanbod in de leefwereld van de burger. Naast regionale kennis- en krachtenbundeling zijn landelijke voorzieningen daarbij randvoorwaardelijk, zoals een technologische infrastructuur voor de contributie en distributie van content, live en on demand. Het convenant verzekert de lokale publieke omroepen er van dat investeringen in een dergelijke collectieve infrastructuur toekomstvast zijn. Bovendien is deze duurzaamheid een eis van de overheid voor bijdragen aan de realisatie daarvan.

woensdag 10 september 2014

Technologie verandert tv-sector radicaal

Technologie is geen barrière meer voor hoe we content toegankelijk maken, TV kijken en reclame maken. De Nederlander heeft gemiddeld 4,3 mobiele apparaten tot zijn beschikking, de mogelijkheden van de cloud, een betere connectiviteit en de grootste keuze uit content dan ooit. Dit verandert de waardeketen binnen de TV-sector radicaal. Dit concludeert Deloitte in haar onderzoek dat zij samen met GfK en SPOT uitvoerde en dat de impact van nieuwe technologieën op het kijkgedrag van Nederlanders in kaart brengt.

Door nieuwe technologieën en digitalisering verandert de waardeketen van de TV-sector. Enerzijds innoveren bestaande spelers, anderzijds wordt de sector betreden door nieuwkomers zoals ‘Over the Top’ (OTT) -spelers zoals Netflix en Amazon. Zij bedreigen de status quo door zich op te werpen als producenten. Daarnaast stomen kabelmaatschappijen op door te investeren in content en het nemen van participaties in omroepen. “Dit alles vergroot de keuzemogelijkheden van de consument. Mogelijk ontstaat er daardoor een aggregator die beschikbare OTT-diensten combineert. Het spel om de beste marktposities is nog lang niet uitgespeeld, maar technologie groeit exponentieel en lange termijn strategieën van zowel producenten, omroepen als distributeurs moeten daarom nu al aangescherpt worden. Alleen dan zijn zij voorbereid op de radicale veranderingen die gaan komen,” concludeert Van der Donk.

Een van de grootste trends binnen de TV-sector is Video On Demand (VOD), wat uitgesteld kijken mogelijk heeft gemaakt. Van de ondervraagde consumenten heeft 56 procent de afgelopen maanden gebruik gemaakt van een VOD-service. Daarbij gaat het niet alleen om gratis diensten zoals Uitzending Gemist, maar ook om betaalde diensten zoals HBO en Netflix. Van de Nederlandse huishoudens heeft 9 procent, naast hun reguliere TV-betaalpakket, al een abonnement op een betaalde VOD-dienst. “Wij verwachten dat het gebruik van VOD in Nederland zeer snel toeneemt, doordat steeds meer spelers VOD zullen aanbieden. Deze groei zal echter vooral complementair aan het lineaire TV-kijken plaatsvinden,” aldus Marieke van der Donk, director en media-expert bij Deloitte.

In Nederland heeft 43 proceny van de consumenten enkel een basis TV-pakket, in 2012 was dat nog 58 procent. Daarbij is nu 24 procent abonnee van een betaal-TV dienst, 6 procnt maakt gebruik van pay-per-view TV. Long-tail kanalen, gericht op een specifieke kijkersdoelgroep, winnen ook aan marktaandeel. Hier maakt 9 procent gebruik van en 12 procent heeft een premium TV- of VOD abonnement. Ook zegt de helft van de Nederlandse consumenten bereid te zijn om 10 euro voor een extra TV-kanaal te betalen dat hun interesse heeft, daarbij gaat het vooral om films, misdaadseries en sport.

TV kijken heeft een belangrijke sociale factor. De helft van de Nederlanders kan zich geen leven zonder tv voorstellen en een ruime meerderheid kijkt ter ontspanning. Ook kijken Nederlanders graag samen met anderen. Mede daardoor zijn social media een grote rol gaan spelen in deze sector. Ruim een derde van de Nederlanders stuurt wel eens een bericht naar anderen die naar hetzelfde programma kijken. Onder jongeren van 13-17 jaar is deze groep dubbel zo groot, namelijk 69 procent. “De waarde van TV is onder meer door social media toegenomen. Door social media kunnen TV-zenders draagvlak voor programma’s versterken, maar dit is zeker ook interessant voor multi-screen adverteerders. Door het toenemend aantal apparaten en nieuwe technologieën worden consumenten en adverteerders nog beter bediend dan voorheen en zijn zij ook beter in staat om rechtstreeks met elkaar te communiceren,” aldus Van der Donk.