dinsdag 25 augustus 2015

Dekker: 'Vernieuwde Mediawet breekt publieke omroepbestel open'

Producenten en andere partijen buiten de publieke omroep zijn niet langer afhankelijk van de erkende omroepen. Hierdoor krijgen innovatieve ideeën meer kans en neemt de creatieve competitie toe. Voor het eerst komt er voor buitenproducenten de mogelijkheid om direct programmavoorstellen in te dienen bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO).

Verder krijgt de NPO een stevige onafhankelijke rol ten opzichte van de omroepen. Dit is het gevolg van het wetsvoorstel tot aanpassing van de Mediawet dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Volgens staatssecretaris Dekker (Media) is het essentieel dat de publieke omroep moderniseert. Zodat de NPO de onderscheidende, innovatieve en slagvaardige publieke omroep van de toekomst kan worden. Dekker: “De luiken moeten open in het nu zo gesloten bestel. Bijna iedere dag zien we nieuwe media initiatieven opkomen. Niet alleen in Nederland, maar ook vanuit andere landen in Europa en Amerika vechten partijen om de aandacht van de kijker en de luisteraar. Er is steeds meer concurrentie. Daar moet de publieke omroep op inspelen.”

Meegaan in het veranderende medialandschap is noodzakelijk, maar niet genoeg. De publieke omroep is en blijft alleen relevant als de NPO zich onderscheidt. Dekker: “De programma’s van de publieke omroepen moeten er toe doen. Zodat kan worden gerechtvaardigd waarom het met publiek geld wordt gemaakt. De kracht van de publieke omroep is dat ze programma’s maken die anders niet zouden worden gemaakt. Ze zijn er niet om dunnetjes over te doen wat je bij de commerciëlen ook al voorbij ziet komen.”

Het wetsvoorstel scherpt de taakopdracht van de publieke omroep aan. De kerntaak van de NPO wordt beperkt tot educatie, informatie en cultuur. Dat betekent dat amusement als doel op zich wordt geschrapt. Wel kan het ondersteunend zijn als middel om educatieve, informatieve en culturele programma’s voor een breed publiek aantrekkelijk te maken. In dat geval draagt het immers bij aan de kerntaak.

Het kabinet heeft eerder aangekondigd het publieke mediabestel in drie stappen te hervormen. De eerste stap was het verminderen van het aantal omroepverenigingen, de tweede bestond uit bezuinigingen en met het aanbieden van de wijzigingen in de Mediawet wordt nu de derde stap gezet. Hiermee is de richting bepaald en heeft de NPO de kans om in de toekomst relevant te blijven.

Ster bestaat 50 jaar

Vandaag bestaat Ster 50 jaar. Een mijlpaal. Want met de oprichting in 1965 gaat televisie- en radioreclame in Nederland officieel van start. Een halve eeuw Ster staat voor vele memorabele, baanbrekende, humoristische en spraakmakende commercials. Dankzij uitzending van deze commercials maakt Ster al 50 jaar een onafhankelijke publieke omroep mede mogelijk.

Arian Buurman, algemeen directeur Ster: “Ster en NPO lopen gescheiden paden, maar dragen gezamenlijk bij aan dat ene doel; een publieke omroep die onafhankelijke programma’s, los van commerciële belangen, voor alle Nederlanders maakt. Een groot goed. In een explosief medialandschap hebben wij ons van monopolist succesvol ontwikkeld tot innovatieve marktpartij. En door te blijven innoveren willen we ook op de lange termijn een stabiele Ster-bijdrage leveren.”

Voor adverteerders is Ster van grote toegevoegde waarde. Harry Dekker, mediadirecteur van Unilever, onderschrijft dat in Broadcast Magazine van september 2015: “Net als Ster zelf, denken wij dat de ene GRP de andere niet is. Het umfeld van de publieke omroep vertegenwoordigt een specifieke waarde.”

En die waarde vertaalt zich in resultaat. Een kleine greep uit 50 jaar Ster: een bijdrage aan de mediabegroting van in totaal 7 miljard euro, 20 Ster Gouden Loeki’s en 1.400 AdMeasure commercialtests.

Ruim helft Nederlanders doet aan bingeviewen

Ruim de helft van de Nederlanders heeft in het afgelopen halfjaar wel eens aan bingeviewen gedaan. Vooral bingeviewen via Video-on-Demand diensten zoals Netflix, HBO of NLZiet neemt toe, zo blijkt uit onderzoek van Telecompaper .

Meer dan de helft van de Nederlanders heeft de afgelopen zes maanden meerdere afleveringen van een serie achter elkaar bekeken. Het meest populair blijft het bekijken van tv-series die zijn opgenomen van een tv-zender: 16 procent gaf bij de meting onder het Consumer Panel van juli 2015  aan op deze wijze te bingeviewen, gevolgd door 13 procent die series heeft gedownload of bekeken via (streaming) Video on Demand-diensten zoals HBO en Netflix.

Bingeviewen via VoD-diensten is ook sterk in opkomst. In vergelijking met de vorige meetperiode, zes maanden geleden, gaven bijna tweemaal zoveel mensen aan op deze wijze aan bingeviewen te doen: 13 procent versus zeven procent. Opgenomen tv-series kijken of series op dvd achter elkaar bekijken, daalt in populariteit. Bij tv-opnames drie procentpunten, bij series op dvd vier procentpunten naar acht procent.

vrijdag 14 augustus 2015

Regionale omroep investeert met eigen plan in kracht van de regio

De regionale omroepen zien geen reden het eigen plan waarmee men 17 miljoen wil bezuinigen te wijzigen op basis van het gisteren verschenen advies van de Raad voor Cultuur. De Raad pleit daarin voor een soort van BBC-model en een ander type bestuur. Volgens de koepel van regionale omroepen ROOS voorziet het eigen voorstel het beste in een slagvaardige regionale omroep die de regionale verankering niet verloren laat gaan.

 “Wat de Raad voor Cultuur voorstelt is een kopie van het Hilversumse NPO-model, met een landelijk bestuur dat geen enkele binding met de regionale mediabedrijven heeft. Dat is ons teveel een ivorentoren-model,” aldus Jack de Vries, voorzitter van ROOS. “Er is geen enkel draagvlak voor in de sector, waardoor het in de praktijk een niet werkend conflictmodel zal worden. Ons model voorziet juist wel in een slagvaardig bestuur dat binding met de inhoud en regio houdt.”

De oproep van de Raad voor Cultuur tot nauwe samenwerking met andere mediaorganisaties wordt door het ROOS-bestuur omarmd. Met de NOS werken de regionale omroepen aan een gezamenlijk nieuwsprogramma met landelijk/internationaal nieuws aangevuld met een regionaal bulletin. Met de lokale omroepen zijn er verspreid over het land al talloze samenwerkingen waardoor content en kennis worden gedeeld. ROOS wil dat netwerk verder uitbouwen tot een professionele fijnmazige nieuwsvoorziening in het hele land, om de teloorgang van de regionale journalistiek een halt toe te roepen. Met de kranten wil de regionale omroep ook graag samenwerken, maar die behoefte moet wel aan beide kanten bestaan. Dat lijkt vooralsnog niet het geval.

Het idee van de Raad voor Cultuur om de radiostations van de regionale omroep onder te dompelen in een zogeheten syndicatiemodel analoog aan het Belgische Radio 2 (een landelijke zender met regionale spitsblokken) wijzen de omroepen krachtig af. Regionale radio is publieke marktleider in Nederland. ROOS zegt open te staan voor nieuwe modellen, al dan niet collectief toegepast, maar wil niet achteloos een massale groep van miljoenen luisteraars terzijde schuiven.

Het BBC-model waarvoor de Raad pleit gaat er volgens ROOS aan voorbij dat regionale omroepen meer zijn dan nieuwsorganisaties. Achtergronden en evenementen maken de omroepen tot verbindende factor en dat vereist een eigen kanaal op radio en tv. Dat gaat in het BBC-model verloren, waarmee het kind met het badwater wordt weggegooid, aldus ROOS.

De regionale omroepen moeten volgens afspraken in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II vanaf 2017 in totaal 17 miljoen bezuinigen. De huidige 13 omroepen willen dat opvangen door de organisaties te bundelen tot vijf mediabedrijven die op het gebied van techniek en overhead centraal beleid gaan voeren. Inhoudelijk gaan de omroepen juist fijnmaziger opereren. Het plan van ROOS is vier maanden geleden gepubliceerd. Ondanks de opgelegde bezuinigingen moet het leiden tot verbetering van de regionale journalistiek. De verwachting is dat staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het binnenkort naar de Tweede Kamer zal sturen.

donderdag 13 augustus 2015

Raad voor Cultuur kritisch over het rapport Het nieuwe publieke regionale mediabedrijf

De Raad voor Cultuur is in een advies aan staatssecretaris Dekker kritisch over het rapport Het nieuwe publieke regionale mediabedrijf: betrokken en betrouwbaar van Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS). In dit 'voorstel voor een slagvaardige en efficiënte regionale publieke omroep' geeft ROOS invulling aan de opgelegde bezuiniging van 17 miljoen euro en de daaruit volgende herschikking in de organisatie van de regionale omroepen.

De raad is voorstander van een sterke en onafhankelijke regionale omroep en ziet kansen voor de toekomst. Toch legt hij andere accenten dan ROOS. ROOS kiest in haar voorstel voor een nieuw bestuursmodel met een vijfkoppige directie, en met vijf clusters van regionale omroepen met eigen directies en raden van toezicht. Hierdoor wordt een hiërarchische laag toegevoegd. Dit veroorzaakt in de visie van de raad meer bestuurlijke drukte, meer vergader- en overlegtijd en daarmee vertraging in de besluitvorming.

De raad constateert dat ROOS grotendeels vasthoudt aan de bestaande organisaties en de provinciale indeling. Hierdoor zal de inhoudelijke scope gericht blijven op de provincie als geheel. De raad meent, zoals beschreven in Agenda Cultuur (2015), dat de stedelijke regio's en het ommeland centraal moeten staan. Ook blijft samenwerking met de landelijke publieke omroep onderbelicht. Daarnaast concludeert de raad dat ROOS te weinig oog heeft voor samenwerking met lokale publieke en private mediapartijen zoals regionale dagbladen. Hij ziet namelijk juist een gezamenlijke toekomst voor de publieke regionale en lokale omroepen.

De raad adviseert de staatssecretaris ter versterking van de governance het volgende:
1. Het aantal directeuren in de koepel van 5 terug te brengen naar 2,5 of 3 fte's;
2. Geen vijf raden van toezicht op regioniveau in te stellen, maar één sterke raad van toezicht boven de hele organisatie;
3. Per cluster van regionale omroepen één managing editor met een journalistieke achtergrond te benoemen;
4. Per regionale omroep een programma adviesraad in te stellen om contact met de regio te borgen.

De raad is wat betreft televisieprogrammering voorstander van het venstermodel zoals dat gehanteerd wordt bij de BBC. De regionale nieuwsprogramma's zijn daar gekoppeld aan het BBC News uit Londen. Voor Nederland zou dit betekenen dat bij een aantal NOS-Journaals een regionaal journaal wordt geplaatst.

Voor radio kiest de raad voor het Vlaamse model. Hier zijn de regionale omroepen in de nationale zender Radio 2 geïntegreerd. Op de belangrijkste uren wordt in iedere regio een eigen journalistiek programma uitgezonden. Minder druk beluisterde uren worden centraal geproduceerd.

De raad adviseert de staatssecretaris dat ROOS na de bestuurlijke reorganisatie op den duur samen met OLON, de organisatie van lokale omroepen in Nederland, streeft naar een samensmelting van de 13 regionale en 278 lokale omroepen tot mediacentra. Hieraan kunnen verschillende partijen deelnemen: commerciële media, culturele en maatschappelijke organisatie, maar ook burgerinitiatieven en lokale overheden. In een aantal steden (o.a. Zaanstad, Eindhoven en Hilversum) zijn experimenten in die richting gaande. In Limburg is 1Limburg nu al succesvol. Dit is een gezamenlijk initiatief van Media Groep Limburg BV en de regionale omroep L1. In de Achterhoek werkt Regio8 eveneens met veel succes.

maandag 3 augustus 2015

Consument wil gewoon ouderwets zappen

Nederlanders gebruiken het liefst de ouderwetse afstandsbediening voor het gebruik van hun televisie. Smartphones en tablets worden nog weinig gebruikt om de tv te bedienen. Ruim vier vijfde kiest voor de afstandsbediening, een tiende gebruikt de smartphone, aldus een peiling van Telecompaper,

Wanneer een apart apparaat wordt gebruikt om de tv aan te sluiten op het internet, wordt de bediening ook gedaan via dat apparaat. Steeds vaker is bediening echter ook mogelijk via een app op smartphone of tablet. Wanneer Nederlanders de keuze hebben uit drie apparaten om mee te zappen op tv, verkiezen zij nog altijd de traditionele afstandbediening boven de smartphone en tablet.

Alleen voor tieners zijn smartphones enigszins interessant als vervanger van een afstandsbediening, 23 procent geeft aan via te willen zappen met zijn mobiele telefoon. Twintigers en dertigers (18%) zijn ook enthousiaster over zappen met een smartphone wanneer dit vergeleken wordt met 50-plussers.