dinsdag 28 mei 2013

Proefschrift over radio- en tv-programma Openbaar Kunstbezit

Om het leren kijken naar kunst door een breed publiek verder te bevorderen, kan veel worden geleerd van het radio- en televisieprogramma Openbaar Kunstbezit uit de vorige eeuw. Dit multimediale project waarin voor het eerst kunstonderwijs op afstand werd geboden, was van onschatbare waarde voor zijn luisteraars en kijkers en is daarmee de bakermat voor de kunstpopularisering via de Nederlandse ether. Dit stelt Bertus Bakker in zijn proefschrift 'Elk zijn museum, over de historie van de stichting Openbaar Kunstbezit.' Op vrijdag 31 mei 2013 promoveert hij aan de Open Universiteit.
Bertus Bakker onderzocht de opkomst, bloei en ondergang van de stichting Openbaar Kunstbezit. Deze stichting bracht in de periode 1957-1988 het gelijknamige radio- en (later) televisieprogramma, met als doel om in alle lagen van de bevolking de kennis van het Nederlands openbaar kunstbezit te bevorderen. Wekelijks gaf een deskundige een toelichting van tien minuten op een kunstwerk, waarvan de cursisten vooraf een kleurenreproductie en achteraf de radiotekst ontvingen. Dit materiaal kon naar eigen wens worden gerangschikt en bewaard in een kunstalbum. Zo bezat elke abonnee een eigen museum thuis. Het programma wist jarenlang gemiddeld honderdduizend cursisten aan zich te binden en was daarmee een succes.
Met zijn onderzoek beoogt Bertus Bakker onder meer de betekenis van het project voor de populaire kunstbeschouwing in ons land te duiden. 'Hoewel het nooit goed gelukt is om door te dringen tot de arbeidersklasse, is Openbaar Kunstbezit van onschatbare waarde geweest voor de luisteraars en belangrijk voor de Nederlandse kunstwereld. Menig gezin heeft leren kijken naar kunst, daarmee was het programma een pionier op het gebied van kunstpopularisering. Zelfs nu zou het programma met haar kijk op het kunstwerk zelf, een goede aanvulling vormen op het aanbod van kunstprogramma's, stelt Bakker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten