dinsdag 18 juni 2019

'Onafhankelijkheid en makers in gedrang met Slobs publieke omroepplan'

Met Slobs toekomstplan snijdt Rutte III net als Rutte I en II opnieuw in de publieke omroep. Vanaf 2010 is er al 250 miljoen af gegaan en nu gaan er weer tientallen miljoenen af. Het toekomstplan van Slob maakt de publieke omroep niet toekomstbestendig en zorgt voor meer onzekerheid over programma’s en bij de makers, volgens de FNV.

De FNV vindt dat de politiek de budgettaire wurggreep op de publieke omroep door dit kabinetsplan alleen maar versterkt, waardoor de onafhankelijkheid van de omroepen en de makers steeds meer in het gedrang komt. Door de druk die ontstaat door minder reclame-inkomsten die grotendeels niet worden gecompenseerd, zal de publieke omroep juist meer de markt op moeten, vooral in het digitale domein. Daarnaast wordt het grote probleem van onzekerheid over budgetten voor programma’s en voor de makers niet opgelost.

Martin Kothman, bestuurder FNV: ‘Wij kijken met argusogen naar de politieke ontwikkeling rondom de publieke omroep. In heel Europa en nu dus ook in Nederland krijgen politieke partijen en populistische partijpolitieke standpunten steeds meer invloed op de media in het algemeen en de publieke omroepen in het bijzonder. Dit toekomstplan van minister Slob biedt daartegen onvoldoende tegenwicht, maar biedt met extra bezuinigingen als middel, gelegenheid de publieke omroep steeds verder te marginaliseren.”

De publieke omroep maakt door Nederlanders zeer gewaardeerde programma’s. De medewerkers van de publieke omroep en de toeleverende technisch facilitaire bedrijven zijn ondanks eerdere bezuinigingen kwaliteit blijven leveren.

Kothman: “Die rek is er nu wel uit. De werkdruk onder omroepmedewerkers en in de productieketen is hoog, de werkzekerheid is laag en de arbeidsvoorwaarden zijn slecht. De visie van minister Slob biedt juist deze medewerkers weinig toekomstperspectief en zekerheid. Het is goed dat er naar salarissen van topfunctionarissen en presentatoren wordt gekeken, dat is echter maar een klein topje. Een zeer groot deel van de mensen achter de schermen hebben te kampen met onzekere contracten, inkomensonzekerheid en slechte tarieven. Het Kabinet doet er niets aan om dit aan te pakken door voorwaarden te stellen bij de besteding van publiek geld.”

Het kabinet ziet een autonome kostenstijging van de publieke omroep die in de komende jaren zal leiden tot een tekort op de begroting van 42 miljoen. Dat tekort wordt nu maar even niet gecompenseerd maar leidt tot forse ingrepen in de overhead. Men ziet daarbij over het hoofd dat in de afgelopen jaren al 270 miljoen is bezuinigd zonder dat de programma’s daar zichtbaar onder hebben geleden. Het personeel daarentegen heeft de tol betaald met flexibele contracten, oneerlijke betaling, en slechte arbeidsomstandigheden. Het vet is al lang uit de omroeporganisaties dus deze rekening van 42 miljoen doorschuiven zal leiden tot extra banenverlies met nog meer verslechteringen in de werkomstandigheden. Uiteindelijk heeft dat ook grote gevolgen voor de kwaliteit van de programmering.

FNV wil dat de teruggang in reclame-inkomsten geheel wordt gecompenseerd en dat er randvoorwaarden komen bij de (aan)besteding van publiek geld die ervoor zorgen dat medewerkers in de hele omroepketen ongeacht hun contractvorm kunnen rekenen op een fatsoenlijke beloning. Waarbij de cao voor het Omroeppersoneel de norm is.

Een stabiele financiering zeker als de reclame op termijn wordt geschrapt is volgens de FNV noodzakelijk om de onafhankelijkheid en pluriformiteit overeind te houden. De publieke omroep heeft in vergelijking tot andere Europese landen al weinig mensen die er werken en is al een van de goedkoopste.

Enkele weken geleden startten de FNV en NVJ de petitie “Publieke Omroep, juist nu”. Beide partijen vinden een goed toekomstplan van levensbelang en roepen het kabinet  (Mediazaken) op om juist nu te investeren in de publieke omroep. Haal de publieke omroep uit het Slob.

Ook vragen zij aandacht voor de positie van programmamakers en ondersteunende diensten. Inmiddels is de petitie al zo’n 10.000 keer ondertekend.

vrijdag 14 juni 2019

Kabinet neemt maatregelen voor toekomstbestendige publieke omroep

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) wordt voor een belangrijk deel reclamevrij, de programmering dient meer naar online te verschuiven en er moet meer samenwerking komen. Dit staat in nieuwe plannen van minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media om de publieke omroep meer toekomstbestendig te maken. De ministerraad heeft hier mee ingestemd.

De inkomsten van de NPO uit reclame zijn instabiel en de afgelopen jaren fors teruggelopen. De verwachting is dat deze neergaande tendens de komende jaren doorzet. Daarom wil het kabinet de NPO meer financiële stabiliteit bieden door de afhankelijkheid van reclame af te bouwen. Televisiereclame wordt alleen toegestaan na 20.00 uur en er zal niet langer online reclame worden gemaakt. Kinderen worden hierdoor minder met reclame geconfronteerd. Bovendien passen de waarden van een publiek gefinancierde omroep niet bij de trend om persoonlijke data te gebruiken bij de exploitatie van online reclame.

Het kabinet wil dat lokale, regionale en landelijke omroepen elkaar beter gaan versterken. Het derde net wordt op termijn een platform voor regionale omroepen: NPO Regio. Regionaal tv-aanbod krijgt hierdoor een groter bereik. De wet wordt aangepast zodat regionale omroepen toestemming krijgen hun regionale aanbod mede te ontwikkelen voor of beschikbaar te stellen aan de landelijke publieke omroep.
De aandacht die er is op het derde net voor kinderprogrammering en experimentprogrammering dient een passende plek binnen het aanbod te krijgen, zowel op de landelijke zenders als online.

Ook wil het kabinet meer samenwerking tussen Nederlandse mediapartijen om Nederlandse content gezamenlijk aan te bieden. Over het vergemakkelijken en stimuleren van deze en andere publiek-private samenwerkingen worden nadere afspraken gemaakt.

De organisatie via omroepen blijft de wijze waarop het bestel in de basis invulling geeft aan diversiteit, de zogeheten externe pluriformiteit. Dit systeem wordt wel gemoderniseerd. Het aantal leden dat nodig is voor een licentie gaat naar beneden, maar omroepen zullen beter moeten laten zien hoe ze vanuit hun identiteit invulling aan pluriformiteit geven. Zo blijft er een open systeem met kansen voor nieuwe omroepen.

De publieke omroep moet mee kunnen bewegen met het mediagebruik van zijn kijkers. Daarom vervalt de verplichting om programmering te verzorgen voor een verplicht aantal landelijke tv- en radiozenders. Ook kunnen omroepen kiezen om naast het merk NPO hun eigen merk of die van programmatitels te gebruiken. Via eigen kanalen en platforms, maar ook via kanalen en platforms van derden.

Het kabinet constateert dat de beloning van topfunctionarissen en presentatoren een voortdurende bron is van discussie en toenemende irritatie. Om hier een einde aan te maken zal het kabinet met de NPO spreken over verdere afbouw van het aantal medewerkers boven de gestelde maxima en over hoe om te gaan met constructies waarbij presentatoren zich laten inhuren via een bedrijf. Een inrichting van de bestuurlijke organisatie en beloningsgebouw die passend zijn bij de omvang van de organisatie worden zwaar gewogen bij het verlenen van concessies.

Ster waarschuwt kabinet voor onjuiste berekeningen mediaplannen

Het voornemen om reclame op de publieke omroep voor acht uur ‘s avonds te verbieden kost volgens berekeningen van STER geen 60 miljoen euro maar tussen de 80 en 90 miljoen euro. Het mediaplan staat vandaag op de agenda van de ministerraad.

STER dringt in een brief aan minister Slob (OCW) en de voltallige ministerraad aan op uitstel van een beslissing, zodat er helderheid kan ontstaan over de cijfers en de besluitvorming op basis van feitelijk goed onderbouwde argumenten kan plaatsvinden.

Directeur Frank Volmer schrijft: 'Wij vrezen in dezen voor overhaaste besluitvorming op basis van onjuiste informatie. Het financiële verlies aan omzet door het afschaffen van tv-reclame tot 20.00 uur en online zal namelijk 80 miljoen tot 90 miljoen euro per jaar bedragen, welk bedrag substantieel hoger is dan de 60 miljoen per jaar – waarvan 40 miljoen met belastinggeld zal worden gecompenseerd – waar de coalitiepartijen vanuit lijken te gaan.'