Vandaag bestaat Ster precies 60 jaar. Om dit bijzondere jubileum te vieren, trakteert Ster de Nederlandse kijker op speciale Loeki de Leeuw-filmpjes in het teken van het 60-jarig bestaan. Deze feestelijke uitingen zijn vanaf vanavond te zien rondom de Ster-reclameblokken op televisie.
Sinds 1965 is Ster uitgegroeid tot een stabiele en betrouwbare partner voor adverteerders die hun boodschap willen verspreiden via de publieke omroep. In de afgelopen zes decennia heeft Ster een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse reclamegeschiedenis.
Loeki de Leeuw - al decennialang een publiekslieveling - luidt het jubileum in met feestelijke, speciaal voor deze gelegenheid gemaakte filmpjes op televisie. De eerste speciale Loeki-filmpjes zijn vanavond te zien rondom het reclameblok voor het NOS Journaal van 20.00 uur.
Maar dat is niet alles: Ster organiseert ook andere activiteiten om het 60-jarig bestaan samen met het publiek te vieren. Zo kunnen bezoekers op het Media Park meedoen aan een vrolijke fotoactie en een unieke jubileumpuzzel winnen. Ook is in Beeld & Geluid een korte film te zien over zes decennia Ster-reclame bij de publieke omroep.
Ster plaatst deze week op het Media Park in Hilversum een speciaal jubileum-fotoframe. Bezoekers kunnen hier een feestelijke foto maken. Wie zijn of haar foto deelt op social media maakt kans op een speciale legpuzzel, speciaal ontworpen rond het 60-jarig bestaan.
In samenwerking met Beeld & Geluid is een korte film samengesteld over de geschiedenis van Ster en reclame bij de publieke omroep. De film biedt een blik op zes decennia reclame, van nostalgische klassiekers tot maatschappelijk relevante campagnes, en is vanaf deze week te zien voor bezoekers van het Mediamuseum.
maandag 25 augustus 2025
vrijdag 4 april 2025
Hervorming publieke omroep: minder bestuurders, eenvoudiger bestel
Minister Eppo Bruins (OCW) wil de publieke omroep eenvoudiger inrichten. Zo wil hij dat de huidige omroepen opgaan in vier of vijf omroephuizen naast de NOS. Deze omroephuizen komen blijvend in het bestel. De huidige systematiek van erkenning, toetreding en uittreding van omroepen vervalt. Het hebben van een vereniging en een bepaald aantal leden is niet meer verplicht. Bruins wil minder bestuurders, vaste bestuurstermijnen en meer vaste aanstellingen voor medewerkers.
In de gewijzigde Mediawet wordt vastgelegd dat omroepen gezamenlijk de perspectieven, geluiden en behoeften van de samenleving in het aanbod een plek moeten geven.
Omroepen worden op onafhankelijke wijze beoordeeld of zij nieuwe geluiden vertalen in aanbod.
De 11 huidige omroepverenigingen worden ondergebracht in vier of vijf omroephuizen, naast de NOS.
Elk omroephuis krijgt een bestuur en een Raad van Toezicht met maximale zittingstermijnen. Omroephuizen nemen de rol van de huidige omroepverenigingen over. Makers zijn in dienst van het omroephuis dat verantwoordelijk is voor de invulling van het programma-aanbod.
Het budget wordt op een heldere manier verdeeld over minder omroephuizen dan dat er nu omroepen zijn. Hierdoor kunnen meer medewerkers een vast contract krijgen. Omroephuizen en hun makers krijgen meer grip op welke programma’s ze kunnen maken. Dat zorgt voor meer baanzekerheid en daarmee voor sociale veiligheid.
De NTR zal niet in één omroephuis opgaan. In een zorgvuldig vervolgproces zal goed gekeken worden hoe het mooie en waardevolle type aanbod dat door de medewerkers van de NTR gemaakt wordt een plek krijgt in het bestel.
De NPO verdeelt budgetten niet altijd meer op basis van individuele programmavoorstellen. De NPO behoudt een coördinerende rol maar kan deze lichter invullen doordat er minder spelers zijn.
Omroephuizen bepalen net zoals de omroepen nu zelf de inhoud van de programma’s. Zogenoemde buitenproducenten (commerciële bedrijven die niet tot het bestel horen) moeten hun ideeën rechtstreeks bij hen pitchen, dit kan niet langer via de NPO.
Het Commissariaat wordt de enige externe toezichthouder binnen de sector. De enkele toezichttaken die bij de NPO liggen gaan naar het Commissariaat.
Een aantal thema’s moet nog nader worden uitgewerkt, bijvoorbeeld de rolverdeling tussen omroepen en de NPO en de clustering van de huidige ledenomroepen in de omroephuizen. Daarover gaat de minister met de NPO, omroepen, het Commissariaat voor de Media en de Raad voor Cultuur in gesprek. Ook consulteert hij commerciële partijen over de onderwerpen van de hervorming die hen raken.
De minister gaat op 14 april met de Tweede Kamer in gesprek over de voorstellen. In het voorjaar van 2026 gaat een wetsvoorstel om de Mediawet aan te passen in internetconsultatie. De hervorming treedt naar verwachting in 2029 in werking.
In de gewijzigde Mediawet wordt vastgelegd dat omroepen gezamenlijk de perspectieven, geluiden en behoeften van de samenleving in het aanbod een plek moeten geven.
Omroepen worden op onafhankelijke wijze beoordeeld of zij nieuwe geluiden vertalen in aanbod.
De 11 huidige omroepverenigingen worden ondergebracht in vier of vijf omroephuizen, naast de NOS.
Elk omroephuis krijgt een bestuur en een Raad van Toezicht met maximale zittingstermijnen. Omroephuizen nemen de rol van de huidige omroepverenigingen over. Makers zijn in dienst van het omroephuis dat verantwoordelijk is voor de invulling van het programma-aanbod.
Het budget wordt op een heldere manier verdeeld over minder omroephuizen dan dat er nu omroepen zijn. Hierdoor kunnen meer medewerkers een vast contract krijgen. Omroephuizen en hun makers krijgen meer grip op welke programma’s ze kunnen maken. Dat zorgt voor meer baanzekerheid en daarmee voor sociale veiligheid.
De NTR zal niet in één omroephuis opgaan. In een zorgvuldig vervolgproces zal goed gekeken worden hoe het mooie en waardevolle type aanbod dat door de medewerkers van de NTR gemaakt wordt een plek krijgt in het bestel.
De NPO verdeelt budgetten niet altijd meer op basis van individuele programmavoorstellen. De NPO behoudt een coördinerende rol maar kan deze lichter invullen doordat er minder spelers zijn.
Omroephuizen bepalen net zoals de omroepen nu zelf de inhoud van de programma’s. Zogenoemde buitenproducenten (commerciële bedrijven die niet tot het bestel horen) moeten hun ideeën rechtstreeks bij hen pitchen, dit kan niet langer via de NPO.
Het Commissariaat wordt de enige externe toezichthouder binnen de sector. De enkele toezichttaken die bij de NPO liggen gaan naar het Commissariaat.
Een aantal thema’s moet nog nader worden uitgewerkt, bijvoorbeeld de rolverdeling tussen omroepen en de NPO en de clustering van de huidige ledenomroepen in de omroephuizen. Daarover gaat de minister met de NPO, omroepen, het Commissariaat voor de Media en de Raad voor Cultuur in gesprek. Ook consulteert hij commerciële partijen over de onderwerpen van de hervorming die hen raken.
De minister gaat op 14 april met de Tweede Kamer in gesprek over de voorstellen. In het voorjaar van 2026 gaat een wetsvoorstel om de Mediawet aan te passen in internetconsultatie. De hervorming treedt naar verwachting in 2029 in werking.
Abonneren op:
Posts (Atom)